LE ROI DANSE
Een film om naar te luisteren
06/12/2000
Van onze redacteur
Raf Butstraen
In Gérard Corbiaus nieuwste film, ,,Le roi danse'', is muziek opnieuw troef. Net zoals dat het geval was bij ,,Le maître de musique'' en ,,Farinelli''. Deze keer gaat het om indrukwekkende composities van Jean-Baptiste Lully, de hofcomponist van Lodewijk XIV, en om het gebruik dat de Zonnekoning van die muziek maakt om aan zijn imago te werken. De film oogt prachtig en zindert na. Maar het script is toch wat droog en meeleven is er niet direct bij.
ZOALS het een prestigieuze film past, opent Le roi danse met veel fanfare. Aan het hof van Lodewijk XIV weerklinkt het Te Deum van Lully. Maar dirigent Lully maakt zich boos en blesseert zijn voet met zijn maatstok. De wonde wil maar niet genezen en Lully wordt verzorgd. Tijd dus om naar het verleden te kijken. Naar zijn eerste contact met het Franse koningshuis en de ontmoeting met de jonge Lodewijk XIV. Lully merkt al gauw dat Lodewijk een begaafd danser is en interesse heeft voor muziek en ballet.
Lodewijk is niet bijster gelukkig met het bewind van Anna van Oostenrijk en Mazarin, maar hij houdt zich gedeisd. Tot aan de dood van Mazarin. Enkele maanden later danst de koning in een nachtelijk ballet als Rijzende Zon. Om hem heen dansen jonge edellieden als planeten. Daarmee is de toon gezet. En na dit ballet volgen andere. Allemaal uitdrukkingen van macht en glorie. Lully speelt als componist daarbij een sleutelrol.
Niet iedereen aan het hof is daar gelukkig mee. Vooral Cambert, van de Devote Partij, stookt tegen Lully. Maar die blijft furore maken, ook als componist voor Molière.
Van Lodewijk XIV herinneren we ons meestal dat hij de Zonnekoning was en als een absolute monarch optrad. Een koning met een enorme politieke invloed. Minder bekend is dat hij ook in het centrum stond van de Franse artistieke wereld in de zeventiende eeuw. Zangers, organisten, kapelmeesters werden door een door de koning voorgezeten jury beoordeeld vooraleer ze in dienst werden genomen.
Toen Lodewijk XIV het kasteel van Versailles wilde uitbreiden, protesteerde minister Colbert tegen de volgens hem enorme geldverspilling. De koning had toch het paleis het Louvre. Waarom dan nog een kasteel erbij nemen? Colbert moest bakzeil halen.
Ook aan het zogenaamd Nachtelijk Ballet, een zes uur durend gevarieerd spektakel nam de koning geregeld deel. Niet alleen als verpersoonlijking van de Zon maar ook als incarnatie van historische figuren als Alexander de Grote of als koning van Perzië. De smaak van de koning was wet, en daar speelde Lully handig op in. Hij voelde aan wat de koning wou en bracht het tot surintendant de la musique de chambre du roi.
Andere kunstenaars, onder wie Molière, voelden zich daardoor aan de kant gezet. Behalve voor muziek interesseerde de koning zich ook voor de schilderkunst. Vooral zijn krijgsverrichtingen zag hij graag vereeuwigd. Gérard Corbiau brengt deze interesse verrassend levendig in beeld. Met een synthese tussen de strijd op het slagveld en hetgeen de schilder op het doek aanbrengt.
De meeste aandacht gaat uiteraard naar ballet en muziek. De fragmenten zijn op zich levendig en ze worden dynamisch verfilmd. Maar ze helpen de actie niet vooruit. Le roi danse bestaat uit aan elkaar en met elkaar verbonden tableaux vivants. Prachtig om naar te kijken, dat wel, maar je vergeet er de psychologie van de personages bij. De verblindende uiterlijke schoonheid verdringt de innerlijke samenhang van de gebeurtenissen. Meeleven zit er niet direct in bij Le roi danse. Luisteren des te meer en dat zorgt, dagen nadat je de film zag, nog voor een goed gevoel. Ongetwijfeld dankzij de sfeerrijke interpretatie van Lully's muziek door Musica Antiqua Köln onder leiding van Reinhard Goebel. De musici zijn de ware vedetten van de film. Maar hun glans straalt af op acteurs als Benoît Magimel (Lodewijk XIV), Boris Terral (Lully), Tcheky Karyo (Molière) en Johan Leysen (Cambert). Een beetje zoals de glans van Lully op Lodewijk XIV.
· ,,Le roi danse''. Regie: Gérard Corbiau. Met Benoît Magimel, Boris Terral, Tcheky Karyo, Johan Leysen. 111 minuten.
|