Versailles, Château de of Paleis van Versailles, aan de westzijde van Versailles (Frankrijk) gelegen paleis, een van de indrukwekkendste barokbouwwerken in Europa, grotendeels tot stand gekomen in de jaren 1661–1690 en gebouwd voor
Lodewijk XIV. De hoofdarchitecten waren achtereenvolgens
Louis Levau en
Jules Hardouin Mansart;
Charles Le Brun had (van 1661 tot 1690) de leiding over de vele schilders, beeldhouwers, tapijtwevers, enz., terwijl
André Le Nôtre gedurende diezelfde periode de tuinen aanlegde. Het hof installeerde zich er reeds in 1682. De binnenste hof, de Cour de Marbre (omdat deze destijds was geplaveid met zwart en wit marmer), aan de oostzijde overgaand in de veel grotere Cour Royale, wordt aan drie zijden omzoomd door het oudste deel van het paleis, het in de jaren 1624 vv. door
Lodewijk XIII gebouwde jachtslot, dat als aanzet tot het huidige paleis door Levau in 1668 werd ommanteld. Het aan drie zijden rond deze binnenhoven gelegen middelste paleisgedeelte omvat de koninklijke woonvertrekken en de drie grote staatsievertrekken
: het Grand Appartement (1668), de Salon van Hercules (1712) en de beroemde Spiegelzaal (Galerie des Glaces, 1678). In de noordelijke vleugel liggen de kapel (een hoofdwerk van Mansart; na diens dood door Robert de Cotte in 1710 voltooid) en de Koninklijke Opera (1768–1770). In de zuidvleugel is het Musée des Gloires de la France (schilderijen en beeldhouwwerken) ondergebracht; aansluitend ligt op een lager niveau de door Mansart gebouwde Orangerie. De tuinen (oppervlakte ca. 100 ha) bieden vanuit het paleis door het perspectief van het Tapis Vert en het in het verlengde daarvan liggende Grand Canal een zeer ver uitzicht. Ten noorden van het Grand Canal (vanuit het paleis gezien rechts) liggen het Grand en het Petit Trianon.
Nadat het paleis in 1789 door het hof verlaten was, en later voor een deel leeggeroofd, liet Napoleon I het weer in orde brengen; zelf woonde hij in het Grand Trianon. Louis-Philippe kocht het paleis op om het voor sloop te behoeden en maakte een deel ervan tot historisch museum, gewijd aan ‘toutes les gloires de la France’. In de Frans-Duitse Oorlog was Versailles tijdens het beleg van Parijs het Duitse hoofdkwartier. In 1871 werd in de Spiegelzaal de koning van Pruisen uitgeroepen tot Duits keizer. Zie ook Vredesverdragen van Versailles. Na de Eerste Wereldoorlog werd het complex in zijn oorspronkelijke staat hersteld; in de jaren 1950 vv. is het geheel gerestaureerd.